top of page
Foto van schrijverKarolina Voordijk

Zonder straffen en belonen

Bijgewerkt op: 20 mrt. 2019


De klassieke tendens is dat men straft als een kind 'stout' is en dat men beloont als het iets goed doet. De media staat er vol mee: sanctiebeleid, beloningsstickers, consequent aanpakken van storend gedrag in de klas, ... Is het straffen en belonen een antwoord op het aanwakkeren van gewenst gedrag? Of kan het ook anders?


Maria Montessori zag in dat het niet werkte. Haar observaties deden haar beslissen om het belonen en straffen af te schaffen, nadien bevestigden haar observaties dat dit inderdaad een positief effect had. Dit schreef ze erover in De Methode, de ontwikkeling van het kind: "...Dat wil zeggen ook ik had gedacht dat, wanneer men een kind wilde aansporen tot een verhoogde inspanning voor zijn werk, of tot stil en rustig zijn, het noodzakelijk was zijn laagste gevoelens, zijn snoeplust, ijdelheid en eigenliefde te prikkelen door een uiterlijke beloning. En ik was daarom heel verbaasd, toen ik kon vaststellen, dat, wanneer de ambitie in een kind opgewekt wordt, het zijn lage instincten vergeet. ..." Verderop schrijft ze: "Maar niets is moeilijker voor de montessorileraren dan zich los te maken van de vastgeroeste gewoonten en oude vooroordelen."


Zo is het ook voor de huidige leerkracht in het traditioneel onderwijs erg moeilijk -zo niet onmogelijk- om die gewoonte los te laten. Straffen en belonen zit nu éénmaal zo in ons onderwijssysteem verankerd.

Stempels, stickers, een pluim, een opmerking in het werkboek, de punten op toetsen en het rapport; dat kan allemaal als straf en als beloning dienen. Het niet krijgen van een beloningssticker kan als straf ervaren worden door het kind. Vandaar dat ik vaak straffen en belonen samen benoem.

Ook ik deelde beloningen uit als leerkracht én als ouder. Thuis stelde ik beloningssystemen op, zoals een belonings-spaarkaart: een kruisje -voor gewenst gedrag- per vakje, een volle kaart kon dan goed zijn om bijvoorbeeld te mogen kiezen wat we gingen eten. In de klas kon dit een spaarkaart zijn voor gewenst gedrag of als er elke dag gelezen werd. Had het effect? Ja, maar dit was van korte duur, was de nieuwigheid er af of stopten we met deze systemen, dan bleef het gewenste gedrag ook uit.


Maarten Vansteenkiste verwijst in verschillende artikels naar welk effect het heeft op korte termijn en op lange termijn.

Het klopt dat belonen een krachtig middel kan zijn op korte termijn. Als echter de beloning wegvalt, heeft dit in de meeste gevallen een negatieve impact. Daarbij fnuikt beloning het plezier en de interesse.

Zo zal bijvoorbeeld een kind die wiskunde wel leuk en boeiend vindt, er vanuit een natuurlijke ingeving meer mee bezig zijn en met plezier. Krijgt het kind steeds goede punten voor zijn wiskundetoetsen, dan zal het op den duur steeds studeren om mooie resultaten te behalen. Is er eens een toets wat tegengevallen dan zal het kind weer studeren om terug die hoge cijfers te krijgen. Blijven die hoge cijfers steeds meer uit, dan zakt de motivatie. De intrinsieke motivatie -die er in het begin wel was- is volledig verdwenen.


Wat doet een straf met een kind? Daan, een kleuter van vijf jaar, schopt een ander kind. De juf -die het zag gebeuren- zet Daan 'in straf' en snauwt er op een boze toon bij:"Je mag geen andere kinderen pijn doen!". De komende 10 minuten staat Daan tegen de muur, te kijken hoe de andere kinderen wel kunnen spelen op het speelplein. Wat de juf niet weet is dat Daan een kind schopte dat net iets kwetsend had gezegd ... Natuurlijk mag je niemand pijn doen, toch is het wel belangrijk om feedback te geven. Je zou niet willen dat Daan leert dat iets kwetsend zeggen dus wél mag (dat ander kind mocht dat blijkbaar) of dat hij leert dat je wel boos mag snauwen (de juf deed het voor). Een gesprekje is zeker nodig. Misschien komt Daan wel zelf met een 'oplossing'. Misschien is het alsnog nodig voor Daan om even 'af te koelen' vóór hij weer gaat spelen. Of misschien kan de juf het goede voorbeeld laten zien hoe je kan reageren als een vriendje iets lelijks tegen je zegt.


Complimenten geven is ook een vorm van belonen. Als een kind je zijn tekening komt tonen, kan je zeggen: "Geweldig, wat een mooie tekening!" Een montessorileerkracht zal eerder iets zeggen in de trant van: "Ik zie dat je veel kleuren hebt gebruikt." of "Wat vind je zelf van je tekening?". Als een kind heeft zitten sukkelen met iets en het lukt eindelijk; dan zal de montessorileraar op vrolijke toon zeggen: "Gelukt!" in plaats van: "Wat goed!"


Kinderen hebben zeker feedback nodig, dat staat trouwens in de top tien van John Hattie's 'Lijst van effecten op prestaties'. Die feedback kan heel kort zijn -zoals "Gelukt!" in de vorige alinea- of uitgebreid. Feedback kan de volgende elementen bevatten:

  • Waar ga ik heen? Wat zijn mijn doelen?

  • Hoe sta ik ervoor? Welke vooruitgang is er op weg naar het doel?

  • Wat is de volgende stap? Wat kan ik vervolgens het beste doen om vooruitgang te boeken?

Maria Montessori was vooral tegen het belonen van activiteiten die kinderen spontaan vertonen en met grote interesse en concentratie verrichten. Het stoort de ontwikkeling.

"Er is geen grotere beloning dan de bevrediging die geconcentreerd werken kan geven.", Maria Montessori.

Een beetje lectuur hierover:

  • Vitamines voor groei, ontwikkeling voeden vanuit de zelf-determinatie theorie; Maarten Vansteenkiste & Bart Soenens. Zij maken de koppeling met motivatie en de basiscomponenten hiervan: autonomie, competentie en verbondenheid.

  • Luisteren naar kinderen, De Gordon Methode: van contact naar verbinding binnen het gezin; Thomas Gordon. Dr. Gordon legt uit hoe je met de win-win-methode samen uit een conflictsituatie kunt komen, hetgeen moeilijk lukt met een win-verlies-methode.

  • Unconditional Parenting, Moving from rewards and punishments to love and reason; Alfie Kohn. Straffen noemt Kohn een vorm van emotionele chantage: 'Als je je niet gedraagt zoals ik wil, onthoud ik je mijn liefde.' Beloningen en complimenten zijn 'de keerzijde van dezelfde medaille', een soort van omkooppogingen door de ouders. Artikel in Knack.

In het boek: En nú: Montessori van Jacqueline Hendriksen & Esther Pelgrom staat er het volgende over:


p.32: In een montessorigroep werken de kinderen en loopt de leerkracht een vaste ronde, om zo de kinderen te kunnen helpen en te observeren. In dit rondlopen laat hij het kind in zijn waarde. Een kind dat goed werkt heeft geen aansporing nodig of een compliment. Iedere opmerking is een verstoring van de concentratie. En dan moet het kind weer opnieuw beginnen met concentratie zoeken. Ga je wel naast een kind zitten, dan begin je niet direct met spreken. Je wacht even tot het kind je aankijkt en stelt dan je vraag.

Soms gebeurt er echter iets, dat je niet kunt laten gaan, je moet ingrijpen. Natuurlijk spreek je het kind direct aan. Het is zeker niet zo, dat alles kan in een montessorigroep, het aangeven van grenzen is belangrijk. Je zorgt ervoor dat de kinderen de grenzen, de ritmes en de rituelen goed kennen, en dat het iets van jullie samen is. Je laat altijd een zekere alertheid zien.


p. 143: Montessori stelt dat straffen en belonen niet alleen onnodig zijn, het is zelfs slecht voor de vorming van het karakter. Het kind werkt dan niet meer voor zichzelf, het werkt of uit angst of omdat het beloond wordt. Nieuw gedrag kan nooit gevormd worden door straffen of belonen. De grootste beloning zit in het zelf doen, in het vervolmaken van een iets. Het tevreden gevoel dat je daarna voelt, de trots die je dan bij jezelf voelt, dat is de beloning en die willen we het kind niet ontnemen. Complimenten nemen dit gevoel weg en verkleinen de onafhankelijkheid. Feedback geven is iets anders dan complimenteren en daardoor wel effectief.


604 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Het decimaalbord

Comentarios


bottom of page