Elk kind doorloopt een aantal ontwikkelingsfasen. In zo'n fase is het kind extra gevoelig voor bepaalde indrukken en zal het veel gemakkelijker of zelfs onbewust iets kunnen leren dan in een andere periode. Als we daar in de opvoeding en in het onderwijs rekening mee houden, kan 'leren' op een natuurlijke en efficiënte manier verlopen.
De grote plasticiteit van het menselijk brein zorgt er voor dat we levenslang kunnen bijleren. Alleen gebeurt dat niet altijd even vlot en met even weinig moeite. Toen bleek dat mijn dochter op vijfjarige leeftijd niet goed hoorde, had dat tot gevolg dat ze woorden verkeerd uitsprak. Het kostte heel veel inspanning om dat weer recht te trekken, zelfs lang nadat het gehoorprobleem was opgelost (met 'buisjes'). Ik ben ervan overtuigd dat de verkeerde uitspraak niet was ontstaan of veel sneller was 'verholpen' door gewoon vaak het juiste voorbeeld te horen als haar gehoor altijd prima zou zijn geweest.
Het is van primair belang dat we het (jonge) kind net stimuleren en de juiste 'rijke' omgeving aanbieden als het in zo'n 'gevoelige' periode zit. Want het kind laat dan een grote interesse zien voor specifieke activiteiten. Natuurlijk is een kind gevoelig voor verschillende aspecten tegelijk. Er is ook verschil tussen het ene kind en het andere, zowel op vlak van intensiteit als tempo. Maria Montessori onderscheidde al lang geleden de volgende 'gevoelige periodes' in de ontwikkeling van kinderen tot 6 jaar (sensitive periods):
beweging (0 - 1 jaar)
taal (0 - 6 jaar)
kleine voorwerpen (1 - 4 jaar)
orde (6 maanden - 4 jaar)
muziek (2 - 6 jaar)
toilet en hygiëne (18 maanden - 3 jaar)
emotie & socialisatie (0 - 6 jaar)
zintuigen (2 - 6 jaar)
schrijven (3 - 4 jaar)
lezen (3 - 5 jaar)
ruimtelijk denken (4 - 6 jaar)
wiskundig denken (4 - 6 jaar)
Natuurlijk betekent dit niet dat een kind voor het einde van zo'n periode klaar is met dat aspect te leren, zo is een kleuter van 5 jaar natuurlijk niet klaar met lezen, maar de basis is wel gelegd. De kleuter is al veel in contact gekomen met boekjes, verhaaltjes en voorleesmomenten, het herkent ook al sommige letters. Omgekeerd is het ook van belang dat een kind niet over gestimuleerd wordt als het er gewoon nog niet aan toe is. De leeftijden hierboven zijn een leidraad.
Een gevoelige periode is eerder te vergelijken met de trein die het kind niet mag missen. Als er in die gevoelige periode geen stimulatie is, als een kind er niet mee in contact komt, dan zal het heel moeilijk tot onmogelijk zijn om het in een latere levensfase nog te leren. Ik geef een paar voorbeelden.
Kinderen van nul tot zo'n zes jaar zijn heel gevoelig voor taal. Het kind leert de taal vanzelf zonder er moeite voor te moeten doen. We weten allemaal hoe moeilijk het is om een nieuwe taal te leren in het middelbaar en als volwassene. Er zijn tieners die gemakkelijker een taal onder de knie krijgen dan anderen maar toch moeten ze er een inspanning voor doen. We weten ook allemaal dat kinderen die van kleins af twee- of drietalig opgevoed worden daar geen 'moeite' voor moesten doen. Zouden we daar in het onderwijs nog meer rekening mee kunnen houden?
Wat misschien minder bekend is, is dat een kind die zonder taal groot gebracht wordt nooit meer in staat is om echt te leren praten. Woorden kunnen nog wel geleerd worden, maar het leren van grammatica en het vormen van juiste zinnen is niet meer mogelijk op een latere leeftijd (dit gebeurt namelijk in een ander deel van de hersenen). Hier zijn schrijnende, waargebeurde cases over bekend. Zo ontdekte men in 1970 in Los Angeles een 13 jarig meisje, Genie, een slachtoffer van misbruik, verwaarlozing en sociaal isolement. Dit 'wilde' kind werd geslagen als ze geluid maakte er werd ook niet tegen haar gesproken. Na haar ontdekking probeerden psychologen en taalkundigen om haar alsnog te leren praten. Dat lukte maar ten dele. Zo'n voorbeeld kwam Montessori ook tegen in de literatuur, 'de wilde van Aveyron' (1800) werd behandeld door de dokter Jean Itard, dit inspireerde Maria Montessori.
De gevoelige periode voor beweging zorgt ervoor dat een baby een enorme evolutie doormaakt. De eerst ongecontroleerde bewegingen van de ledematen, veranderen in grijpen, rollen, zitten, kruipen, stappen... Als je een baby steeds in zo'n 'loopstoeltje' zet, dan kan het zijn beentjes wel bewegen, maar evenwicht, druk uitoefenen, afstanden inschatten, vallen en dan weer opstaan zijn evengoed essentieel. Baby's hebben dus de vrije ruimte nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Heel wat materialen kunnen die ontwikkeling nog verder stimuleren zowel voor de grove motoriek als de fijne motoriek. Maria Montessori ontwikkelde heel veel materialen die stimulerend werken. En nog steeds komen er nieuwe materialen en nieuw speelgoed op de markt.
Gevoeligheid voor orde. Denk maar aan die peuter die de kastdeur helemaal dicht wil doen. Een peuter heeft een vaste tijdstructuur nodig, spulletjes die op hun vaste plaats liggen. Peuters en kleuters tot zo'n vier jaar herhalen graag. Ze lijken sommige activiteiten helemaal niet beu te worden.
In haar boek 'Het maakbare brein' schrijft Margriet Sitskoorn ook dat vroege stimulatie voor vergaande ontwikkeling kan zorgen. Grote musici kwamen in hun vroege kinderjaren reeds in contact met muziek.
Hoe kunnen we als opvoeders (ouders, leerkrachten, kinderverzorgers, ...) rekening houden met deze gevoelige periodes? Allereerst kunnen we door écht te kijken naar het kind al heel wat te weten komen. Bij het aanbieden van nieuwe activiteiten of materialen, merk je vanzelf of het kind er positief door geprikkeld wordt. Als het kind er nog niet aan toe is, dan laten we het best even rusten.
"Follow the child… teach me to teach myself." Maria Montessori
Maria Montessori schreef in haar boeken over 'de absorberende geest'. Ondertussen staat wetenschappelijk onderzoek al veel verder. Wat Maria Montessori zoveel jaren geleden ontdekte door uren en uren naar kinderen te kijken, is ondertussen voor een groot deel in de neurologie behandeld en bewezen. Wat de neuronen en synapsen daarmee te maken hebben, is voor een andere blogpost.
Hieronder nog een filmpje over de gevoeligheid voor beweging. Uiteraard is er online nog veel meer te vinden.
Kommentarer