top of page

Getalrekken tot 20

Het jonge kind leert de getallen tot 10 met behulp van oa. de kralenstaafjes. Een kralentrapje bestaat uit negen kralenstaafjes, oplopend van 1 tot en met 9 kralen. Elk staafje heeft een andere kleur: 1 is rood, 2 is groen, 3 is roze, enzoverder. Het kind legt de kralenstaafjes onder elkaar, daarbij telt het hoeveel kralen elk staafje heeft, het tellen gebeurt door met de linkerhand het oogje vast te nemen, met de rechter duim en wijsvinger worden de kralen geteld van links naar rechts. Het kind leert na oefening de juiste associaties te maken: een bepaalde kleur hoort bij een bepaalde hoeveelheid, dat hoort bij een bepaalde naam (auditief) en het juiste symbool.

Als het kind dit goed onder de knie heeft, kan het tellen over de tien beginnen. Simultaan heeft het kind ook al met het gouden materiaal gewerkt en kent dus de gouden tien-staafjes.

Kleine kinderen kunnen vaak al snel verder tellen dan tien (dus de getallen 'zeggen'). Toch betekent dit niet dat ze die hoeveelheid 'begrijpen'. Met de kralenstaafjes wordt dit proces vergemakkelijkt, de getalrekken helpen de getallen over de tien goed te visualiseren. De handeling van de eenheid over de nul van het tiental te schuiven en de desbetreffende kralenstaafjes bij elkaar te leggen in combinatie met het te horen, te zeggen en te zien, versterkt de gelegde hersenverbindingen.

In een latere fase komen de getalrekken tot 100 aan bod, dan wordt hetzelfde principe gevolgd.



177 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page