Bij het delen wordt de deler telkens op dezelfde manier voorgesteld, namelijk door een pion of kegel. Moet je een getal delen door 4, dan zet je 4 pionnen. Het deeltal verdeel je over die vier pionnen. Hoe het deeltal wordt voorgesteld hangt af van het materiaal waar je mee werkt. Het deeltal wordt voorgesteld door: gouden materiaal, parels, fiches of breukenmateriaal. De deler kan verschillende verschijningsvormen hebben: groen (1), blauw (10), rood (100), grote groene pion bij het fichesspel (1000), breukenkegel (een breuk). Als je dus bijvoorbeeld moet delen door 53, dan gebruik je 5 blauwe pionnen en 3 groene. Als je deelt door een breuk, gebruik je een breukenkegel. Een breukenkegel heeft dezelfde vorm als een pion, maar is om praktische redenen een stuk groter. Het maakt het mogelijk om inzicht te krijgen in het delen door breuken. Door veelvuldig te werken met de breukenkegels ontdekken de kinderen het feit dat delen door een breuk hetzelfde is als vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk.
De breukenkegels worden vooral in de bovenbouw gebruikt. voorwaarde is dat de kinderen al heel wat breukenmateriaal hebben gehanteerd en dat principe goed onder de knie hebben.